Deuteronomium 3:29

29 Alzo bleven wij in dit dal tegenover Beth-Peor.

Deuteronomium 3:29 Meaning and Commentary

Deuteronomy 3:29

So we abode in the valley over against Bethpeor.
] In the plains of Moab, over against a temple built for Baalpeor upon a mountain, so called from that idol, or that idol from the mountain; this is the valley where Moses was buried, ( Deuteronomy 34:6 ) .

Deuteronomium 3:29 In-Context

27 Klim op de hoogte van Pisga, en hef uw ogen op naar het westen, en naar het noorden, en naar het zuiden, en naar het oosten, en zie toe met uw ogen; want gij zult over deze Jordaan niet gaan.
28 Gebied dan Jozua, en versterk hem, en bekrachtig hem; want hij zal voor het aangezicht van dit volk henen overgaan, en zal hun dat land, dat gij zien zult, doen erven.
29 Alzo bleven wij in dit dal tegenover Beth-Peor.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.