Deuteronomium 7:13

13 En Hij zal u liefhebben, en zal u zegenen, en u doen vermenigvuldigen; en Hij zal zegenen de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, uw koren, en uw most, en uw olie, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee, in het land, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft u te geven.

Deuteronomium 7:13 Meaning and Commentary

Deuteronomy 7:13

And he will love thee
As he has done, and rest in his love, and give further instances and proofs of it:

and bless thee, and multiply thee;
that is bless thee with a multiplication of offspring, which was what was often promised to Abraham, Isaac, and Jacob; that their seed should be as the stars of heaven, the dust of the earth, and the sand of the sea:

he will also bless the fruit of thy womb;
not only give strength to conceive, but carry on the pregnancy, preserve the foetus, and prevent miscarrying:

and the fruit of thy land, thy corn, and thy wine, and thine oil;
which were the principal produce of it:

the increase of thy kine, and the flocks of thy sheep:
their larger and lesser cattle, oxen and sheep: in the land which he sware unto thy fathers to give thee; the land of Canaan, given in promise, and that established by an oath.

Deuteronomium 7:13 In-Context

11 Houdt dan de geboden, en de inzettingen, en de rechten, die ik u heden gebiede, om die te doen.

12 Zo zal het geschieden, omdat gij deze rechten zult horen, en houden, en dezelve doen, dat de HEERE, uw God, u het verbond en de weldadigheid zal houden, die Hij uw vaderen gezworen heeft;

13 En Hij zal u liefhebben, en zal u zegenen, en u doen vermenigvuldigen; en Hij zal zegenen de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, uw koren, en uw most, en uw olie, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee, in het land, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft u te geven.

14 Gezegend zult gij zijn boven alle volken; er zal onder u noch man noch vrouw onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten;

15 En de HEERE zal alle krankheid van u afweren, en Hij zal u geen van de kwade ziekten der Egyptenaren, die gij kent, opleggen, maar zal ze leggen op allen, die u haten.