Exodus 10:28

28 Maar Farao zeide tot hem: Ga van mij! wacht u, dat gij niet meer mijn aangezicht ziet; want op welken dag gij mijn aangezicht zult zien, zult gij sterven!

Exodus 10:28 Meaning and Commentary

Exodus 10:28

And Pharaoh said unto him
To Moses: get thee from me;
be gone from my presence, I have nothing more to say to thee, or do with thee: take heed to thyself;
lest mischief befall thee from me, or those about me: see my face no more;
neither here nor elsewhere: for in that day thou seest my face thou shalt die;
this was a foolish as well as a wicked speech, when he lay at the mercy of Moses, rather than Moses at his; he being made a god unto him, and had such power to inflict plagues upon him, of which he had had repeated instances.

Exodus 10:28 In-Context

26 En ons vee zal ook met ons gaan, er zal niet een klauw achterblijven; want van hetzelve zullen wij nemen, om den HEERE, onzen God, te dienen; want wij weten niet, waarmede wij den HEERE, onzen God, dienen zullen, totdat wij daar komen.
27 Doch de HEERE verhardde Farao's hart; en hij wilde hen niet laten trekken.
28 Maar Farao zeide tot hem: Ga van mij! wacht u, dat gij niet meer mijn aangezicht ziet; want op welken dag gij mijn aangezicht zult zien, zult gij sterven!
29 Mozes nu zeide: Gij hebt recht gesproken; ik zal niet meer uw aangezicht zien!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.