Exodus 12:34

34 En het volk nam zijn deeg op, eer het gedesemd was, hun deegklompen, gebonden in hun klederen, op hun schouderen.

Exodus 12:34 Meaning and Commentary

Exodus 12:34

And the people took their dough before it was leavened
They had that evening mixed their flour with water, and made it into dough, but had put no leaven into it; and the Egyptians being so very earnest to have them gone, they stayed not to put any leaven into it:

[but] their kneadingtroughs,
or rather "their dough",

being bound up in their clothes upon their shoulders;
for it is not likely that their troughs should be wrapped up in the skirts of their garments; but their dough might, if their clothes were like the hykes of the Arabs now, as Dr. Shaw ^F26 thinks they were, and which are pretty much like the plaids of the Scotch, and which are large enough for such a purpose; as even the veil which Ruth wore held six measures of barley, ( Ruth 3:15 ) and so these clothes of theirs, like the Arabs' hykes, and the Scotch plaids, might be so made, that large lumps of dough being bound up in them might be thrown over their shoulders, and so carried by them when they journeyed.

---

FOOTNOTES:

F26 Travels, p. 224, 225. Edit. 2.

Exodus 12:34 In-Context

32 Neemt ook met u uw schapen en uw runderen, zoals gijlieden gesproken hebt, en gaat heen, en zegent mij ook.

33 En de Egyptenaars hielden sterk aan bij het volk, haastende, om die uit het land te drijven; want zij zeiden: Wij zijn allen dood!

34 En het volk nam zijn deeg op, eer het gedesemd was, hun deegklompen, gebonden in hun klederen, op hun schouderen.

35 De kinderen Israels nu hadden gedaan naar het woord van Mozes, en hadden van de Egyptenaren geeist zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen.

36 Daartoe had de HEERE het volk genade gegeven in de ogen der Egyptenaren, dat zij hun hun begeerte deden; en zij beroofden de Egyptenaren.