Exodus 25:19

19 En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den andere cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult gijlieden de cherubim maken, uit de beide einden van hetzelve.

Exodus 25:19 Meaning and Commentary

Exodus 25:19

And make one cherub on the one end, and the other cherub on
the other end
The situation of the cherubim is particularly explained, lest, as Jarchi observes, it should be thought that there were two at both ends of the mercy seat; whereas there were only one at one end, and another at the other, opposite to each other, and both pointing to the mercy seat; which may express the situation and office of the ministers of the word under each dispensation, who are so placed as to derive all their gifts and graces from Christ, and to point him out unto the sons of men as the only way of salvation, the only propitiation for sin, and through whom alone grace and mercy are to be had:

even of the mercy seat shall ye make the cherubim on the two ends
thereof;
this is not so much intended the more to inculcate and confirm the situation of the cherubim, as more fully to explain the matter of which they were made; for it was "of" or out of the mercy seat that they were made, at the two ends of it; that is, they were made not only of the same kind of metal with that, but out of the same mass or lump of gold that was; a lid of gold being made commensurate to the ark, what remained above that measure, at the ends of it, were beaten and formed into two cherubim.

Exodus 25:19 In-Context

17 Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs breedte.

18 Gij zult ook twee cherubim van goud maken; van dicht goud zult gij ze maken, uit de beide einden des verzoendeksels.

19 En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den andere cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult gijlieden de cherubim maken, uit de beide einden van hetzelve.

20 En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn.

21 En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.