Exodus 29:8

8 Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken doen aantrekken.

Exodus 29:8 Meaning and Commentary

Exodus 29:8

And thou shalt bring his sons
Order the sons of Aaron to come to the same place where he was:

and put coats upon them:
such as were ordered to be made for them, ( Exodus 28:40 ) .

Exodus 29:8 In-Context

6 En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der heiligheid zult gij aan den hoed zetten.
7 En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult gij hem zalven.
8 Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken doen aantrekken.
9 En gij zult hen met den gordel omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen.
10 En gij zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst; en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den var leggen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.