Exodus 30:29

29 Gij zult ze alzo heiligen, dat zij heiligheid der heiligheden zijn; al wat ze aanroert, zal heilig zijn.

Exodus 30:29 Meaning and Commentary

Exodus 30:29

And thou shalt sanctify them, that they may be most holy,
&c.] By anointing them, and so be set apart for sacred uses only; as by the grace of the Holy Spirit, the people of God, the vessels of mercy, are really sanctified, and made meet for the master's use; and therefore it is called the sanctification of the Spirit, which is true holiness, in opposition to typical or ceremonial holiness, here intended; and if this holy anointing oil made those things most holy that were anointed with it, how much more must the grace of the Spirit those who partake of it; and though it is at present imperfect, it will be perfected, and become complete holiness, without which no man can see the Lord:

whatsoever toucheth them shall be holy;
as is said of the most holy altar, (See Gill on Exodus 29:37). The Targum of Jonathan interprets it of persons that approach these holy places, and things so anointed and sanctified, paraphrasing the words thus;

``whosoever cometh unto them of the priests shall be holy, but of the rest of the tribes shall be burnt with flaming fire before the Lord.''

Exodus 30:29 In-Context

27 En de tafel met al haar gereedschap, en de kandelaar met zijn gereedschap, en het reukaltaar;

28 En het altaar des brandoffers, met al zijn gereedschap, en het wasvat met zijn voet.

29 Gij zult ze alzo heiligen, dat zij heiligheid der heiligheden zijn; al wat ze aanroert, zal heilig zijn.

30 Gij zult ook Aaron en zijn zonen zalven, en gij zult hen heiligen, om Mij het priesterambt te bedienen.

31 En gij zult tot de kinderen Israels spreken, zeggende: Dit zal Mij een olie der heilige zalving zijn bij uw geslachten.