Exodus 6:13

13 Dit zijn de hoofden van ieder huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben.

Exodus 6:13 Meaning and Commentary

Exodus 6:13

And the Lord spake unto Moses and unto Aaron
No notice is taken of the objection of Moses, having been sufficiently answered before, and Aaron is joined with him in the following charge:

and gave them a charge unto the children of Israel, and unto Pharaoh
king of Egypt;
that is, to go to the children of Israel and comfort them, and direct them what they should do, and how they should behave under their present circumstances; assuring them of deliverance, and to go to Pharaoh, and to make a fresh demand upon him to let Israel go; and in this work they had a solemn charge from God to continue, and not to desist from it, until they had finished it:

to bring the children of Israel out of the land of Egypt;
which they were to be the instruments of: and that it might be known clearly from whom they descended, who had such a charge given them, and such honour put upon them, the following genealogy is recorded.

Exodus 6:13 In-Context

11 Doch Mozes sprak voor den HEERE, zeggende: Zie, de kinderen Israels hebben naar mij niet gehoord; hoe zou mij dan Farao horen? daartoe ben ik onbesneden van lippen.

12 Evenwel sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel aan de kinderen Israels, en aan Farao, den koning van Egypte, om de kinderen Israels uit Egypteland te leiden.

13 Dit zijn de hoofden van ieder huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben.

14 En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon.

15 Dit nu zijn de namen der zonen van Levi, naar hun geboorten: Gerson, en Kehath, en Merari. En de jaren des levens van Levi waren honderd zeven en dertig jaren.