Exodus 9:34

34 Toen Farao zag, dat de regen en hagel, en de donder ophielden, zo verzondigde hij zich verder, en hij verzwaarde zijn hart, hij en zijn knechten.

Exodus 9:34 Meaning and Commentary

Exodus 9:34

And when Pharaoh saw that the rain, and the hail, and the
thunders were ceased
And there was a clear sky and a fine serene heaven, the black clouds were dispersed and gone, and he heard no more the clattering of the hailstones, and the terrible claps of thunder, and saw no more the flashes of lightning, but all was calm and composed:

he sinned yet more, and hardened his heart, he and his servants;
instead of giving glory to God, who had heard the prayers of Moses and Aaron for them, and had delivered them from their frights and fears, and the terror and horror they were in, and of letting the people of Israel go, see ( Revelation 16:21 ) .

Exodus 9:34 In-Context

32 Maar de tarwe en de spelt werden niet geslagen; want zij waren bedekt.
33 Zo ging Mozes van Farao ter stad uit, en breidde zijn handen tot den HEERE; de donder en de hagel hielden op, en de regen werd niet meer uitgegoten op de aarde.
34 Toen Farao zag, dat de regen en hagel, en de donder ophielden, zo verzondigde hij zich verder, en hij verzwaarde zijn hart, hij en zijn knechten.
35 Alzo werd Farao's hart verstokt, dat hij de kinderen Israels niet trekken liet, gelijk als de HEERE gesproken had door Mozes.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.