Ezechiël 11:10

10 Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal Ik u richten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

Ezechiël 11:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 11:10

Ye shall fall by the sword
Of the Chaldeans; not in the city of Jerusalem, but out of it, when it was broken up, and they fled: I will judge you in the border of Israel;
that is, inflict punishment on them, particularly by the sword; which was done at Riblah in the land of Hamath, where the sons of Zedekiah were slain, and all the princes of Judah, ( Jeremiah 52:9 Jeremiah 52:10 ) ; and this was on the border of the land of Israel, ( Numbers 34:8 Numbers 34:11 ) ; and ye shall know that I [am] the Lord;
who knows things, and foretells them before they are; and am able to accomplish all that is threatened; and am just and righteous in all my ways and works; and who am known by the judgments executed by me.

Ezechiël 11:10 In-Context

8 Gijlieden hebt het zwaard gevreesd; en het zwaard zal Ik over u brengen, spreekt de Heere HEERE.

9 Ook zal Ik ulieden uit het midden derzelve doen uitgaan, en Ik zal u overgeven in de hand der vreemden; en Ik zal recht onder u doen.

10 Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal Ik u richten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

11 Deze stad zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve niet tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten.

12 En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, omdat gij in Mijn inzettingen niet gewandeld, en Mijn rechten niet gedaan hebt, maar naar de rechten der heidenen, die rondom u zijn, gedaan hebt.