Ezechiël 12:21

21 Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:

Ezechiël 12:21 Meaning and Commentary

Ezekiel 12:21

And the word of the Lord came unto me, saying.
] After he had been a sign unto the people, in the two instances above mentioned; and they had hardened themselves against the belief of the things signified by them, because the time of their accomplishment was not yet.

Ezechiël 12:21 In-Context

19 En gij zult tot het volk des lands zeggen: Alzo zegt de Heere HEERE, van de inwoners van Jeruzalem, in het land Israels: Zij zullen hun brood met kommer eten, en hun water zullen zij met verbaasdheid drinken, omdat hun land woest zal worden van zijn volheid, vanwege het geweld van al degenen, die daarin wonen;
20 En de bewoonde steden zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
21 Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
22 Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan?
23 Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal dit spreekwoord doen ophouden, dat zij het niet meer ten spreekwoord gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot hen: De dagen zijn nabij gekomen, en het woord van ieder gezicht.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.