Ezechiël 14:1

1 Daarna kwamen tot mij mannen uit de oudsten van Israel, en zaten neder voor mijn aangezicht.

Ezechiël 14:1 Meaning and Commentary

Ezekiel 14:1

Then came certain, of the elders of Israel unto me
The Syriac version adds, "to consult the Lord"; by the prophet. These, according to Kimchi, were the elders of the captivity, the heads of the captives that were now in Babylon with Ezekiel: but there are others that think they were some that came from Jerusalem to Babylon on some business or another; and having heard much of the prophet, came to visit him, and to hear his prophecies, and inquire of the Lord by him: and sat before me;
silent and pensive, as persons in anxiety and distress; or as hearers of him, for sitting is a hearing gesture; they sat and heard with great attention, gravity, and seriousness, with seeming affection and reverence; and all this was not in a visionary way, but was a real fact; see ( Ezekiel 33:31 Ezekiel 33:32 ) .

Ezechiël 14:1 In-Context

1 Daarna kwamen tot mij mannen uit de oudsten van Israel, en zaten neder voor mijn aangezicht.
2 Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
3 Mensenkind, deze mannen hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten gesteld; word Ik dan ernstiglijk van hen gevraagd?
4 Daarom spreek met hen, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Een ieder man uit het huis Israels, die de drekgoden in zijn hart opzet, en den aanstoot zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht stelt, en komt tot den profeet, Ik, de HEERE zal hem, als hij komt, antwoorden naar de menigte zijner drekgoden;
5 Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, dewijl zij allen door hun drekgoden van Mij vervreemd zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.