Ezechiël 17:8

8 Hij was in een goede landouwe bij vele wateren geplant, om takken te maken en vrucht te dragen, opdat hij tot een heerlijken wijnstok worden mocht.

Ezechiël 17:8 Meaning and Commentary

Ezekiel 17:8

It was planted in, a good soil, by great waters
As is expressed in ( Ezekiel 17:5 ) ; this was done by the king of Babylon, who had raised Zedekiah from a low estate to a high one, and set him on the throne of Judah, over many people; and put him in such a condition, and in such circumstances, that he and his people might have been very happy, could they have been content:, for his view was, that he might bring forth branches, and that it might bear fruit, that
it might be a goodly vine;
that he and his people might grow numerous and rich, and be a prosperous and flourishing kingdom; this is mentioned to aggravate the ingratitude of Zedekiah, and the people of the Jews, in rebelling against the king of Babylon, who had used them well, and of whom they had no reason to complain.

Ezechiël 17:8 In-Context

6 En het sproot uit, en werd tot een welig uitlopende wijnstok, doch nederig van stam, ziende met zijn takken naar hem, dewijl zijn wortelen onder hem waren. Zo werd hij tot een wijnstok, die ranken voortbracht en scheuten uitwierp.

7 Nog was er een grote arend, groot van vleugelen en overvloedig van vederen; en ziet, deze wijnstok voegde zijn wortelen naar denzelven toe, en wierp zijn takken tot hem uit, opdat hij hem bevochtigen zou naar de bedden zijner planting toe.

8 Hij was in een goede landouwe bij vele wateren geplant, om takken te maken en vrucht te dragen, opdat hij tot een heerlijken wijnstok worden mocht.

9 Zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: Zal hij gedijen? Zal hij niet zijn wortelen uitrukken, en zijn vrucht afsnijden, dat hij droog worde? Hij zal aan al de bladeren van zijn gewas verdrogen; en dat niet door een groten arm, noch door veel volks, om dien van zijn wortelen weg te voeren.

10 Ja, ziet, zal hij geplant zijnde gedijen? Zal hij niet, als de oostenwind hem aanroert, gans verdrogen? Op de bedden van zijn gewas zal hij verdrogen.