Ezechiël 30:24

24 En Ik zal de armen des konings van Babel sterken, en Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht zal kermen, gelijk een dodelijk verwonde kermt.

Ezechiël 30:24 Meaning and Commentary

Ezekiel 30:24

And I will strengthen the arms of the king of Babylon
Give him a commission to make war; direct his councils; supply him with all necessaries; animate and encourage his soldiers; and give him success in all his enterprises: and put my sword in his hand;
which confirms the above sense, that he should have power and authority from the Lord to attack the king of Egypt, and should gain a victory over him; since it was not his own sword he drew, but the sword of the Lord of hosts; which coming from him, and having his commission, cannot fail of doing execution; but will break Pharaoh's arms;
as before in ( Ezekiel 30:21 Ezekiel 30:22 ) : and he shall groan before him with the groanings of a deadly wounded
man;
that is, before the king of Babylon; by whom, as an instrument, his arms shall be broken, and his power destroyed; and he be like a man in the agonies of death, just expiring, not able to speak, but groaning out his life under the inexpressible anguish of broken bones, and none to set them.

Ezechiël 30:24 In-Context

22 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil aan Farao, den koning van Egypte, en zal zijn armen verbreken, beide den sterken en den verbrokenen; en Ik zal het zwaard uit zijn hand doen vallen.
23 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden in de landen.
24 En Ik zal de armen des konings van Babel sterken, en Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht zal kermen, gelijk een dodelijk verwonde kermt.
25 Ja, Ik zal de armen des konings van Babel sterken, maar Farao's armen zullen daarhenen vallen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des konings van Babel zal hebben gegeven, en hij datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt.
26 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden in de landen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.