Ezechiël 30:26

26 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden in de landen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben.

Ezechiël 30:26 Meaning and Commentary

Ezekiel 30:26

And I will scatter the Egyptians among the nations, and
disperse them among the countries
Of which they might assure themselves, since the Lord had before spoken it, and here again repeats it: and they shall know that I am the Lord;
whose name alone is Jehovah, and does whatsoever he pleases; sets up kings, and puts them down; strengthens and weakens kingdoms just as seems good in his sight; none having any power but what is given by him, and which he can take away when he thinks fit.

Ezechiël 30:26 In-Context

24 En Ik zal de armen des konings van Babel sterken, en Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht zal kermen, gelijk een dodelijk verwonde kermt.
25 Ja, Ik zal de armen des konings van Babel sterken, maar Farao's armen zullen daarhenen vallen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des konings van Babel zal hebben gegeven, en hij datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt.
26 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden in de landen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.