Ezechiël 32:23

23 Welker graven gesteld zijn in de zijden des kuils, en haar hoop is rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, gevallen door het zwaard, die een schrik gaven in het land der levenden.

Ezechiël 32:23 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:23

Whose graves are set in the sides of the pit
Or vault, where lay the king of Assyria, and those who fell by the sword with him, who are represented as lying in graves all around him; the nearest to him those who were in the highest posts, and most valiant and courageous, and next the common soldiers, as follows: and her company is round about her grave
not Pharaoh's company round about the grave of the Assyrian monarch; but the company of the king of Assyria, or his army, as the Targum, round about grave; or lying about in the ruins of his kingdom: all of them slain, fallen by the sword, which caused terror in the land
of the living;
even they who now are in the state of the dead, and can no more disturb and distress any, while they were alive, or in the world, struck terror in all neighbouring states and kingdoms; threatening destruction to them, and obliging them to submit to their tyranny and exactions. Jarchi interprets this of the land of Israel; and the Jewish writers commonly understand by the land of the living the land of Canaan wherever they meet with it; because here men worshipped the living God, and lived before him; and the inhabitants of this land were often terrified by the king of Assyria. So the Targum,

``because they ruled in the land of Israel.''

Ezechiël 32:23 In-Context

21 De machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij zijn nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard;
22 Daar is Assur met haar gansen hoop, zijn graven zijn rondom hem; zij zijn allen verslagen, gevallen door het zwaard;
23 Welker graven gesteld zijn in de zijden des kuils, en haar hoop is rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, gevallen door het zwaard, die een schrik gaven in het land der levenden.
24 Daar is Elam met haar ganse menigte rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, die onbesneden zijn nedergedaald tot de onderste plaatsen der aarde, die hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.
25 In het midden der verslagenen hebben zij haar een legerstede gesteld onder haar ganse menigte, rondom hem zijn haar graven; zij zijn allen onbesneden, verslagenen van het zwaard, omdat een schrik van hen gegeven is in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald; hij is geleid in het midden der verslagenen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.