Ezechiël 40:29

29 En haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen waren naar deze maten; en zij had vensteren, ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen.

Ezechiël 40:29 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:29

And the little chambers thereof, and the posts thereof, and
the arches thereof, according to these measures
These were at the gate of the inner court; and so they stand in Cocceius's tables; and were of the same measure with the little chambers, posts, and arches, that were at the several outward gates before described; and design the churches and members of them as spiritual worshippers, who, besides the outward form, have the power of godliness: and there were windows in it, and in the arches thereof round about;
these are not said to be narrow, as the other; which perhaps may denote the greater and more increasing light of the churches, ministers, and members: it was fifty cubits long, and five and twenty cubits broad:
that is, the space or portico where these chambers were; and this was the same measure with that where the other chambers were, ( Ezekiel 40:13 Ezekiel 40:15 ) .

Ezechiël 40:29 In-Context

27 Ook was er een poort in het binnenste voorhof, den weg naar het zuiden; en hij mat van poort tot poort, den weg naar het zuiden, honderd ellen.

28 Voorts bracht hij mij door de zuiderpoort tot het binnenvoorhof; en hij mat de zuiderpoort naar deze maten.

29 En haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen waren naar deze maten; en zij had vensteren, ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen.

30 En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf en twintig ellen, en de breedte vijf ellen.

31 En haar voorhuizen waren aan het buitenste voorhof, ook waren er palmbomen aan haar posten, en haar opgangen waren van acht trappen.