Ezechiël 40:30

30 En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf en twintig ellen, en de breedte vijf ellen.

Ezechiël 40:30 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:30

And the arches round about were five and twenty cubits long,
&c.] That is, high; this was the height of them; these were the frontispiece of the gate to the inner court without, and faced the outward court, as appears by the following verse; these were a kind of portico over the eight steps to this gate after mentioned; they were fourteen yards and three inches high, from the bottom to the top of them: and five cubits broad;
two yards and a half, one foot and three inches; and which very probably were the breadth of the steps that came up to them: none of these arches were in the second temple, as Lipman ^F13 observes.

---

FOOTNOTES:

F13 Tzurath Beth Hamikdash, sect. 22.

Ezechiël 40:30 In-Context

28 Voorts bracht hij mij door de zuiderpoort tot het binnenvoorhof; en hij mat de zuiderpoort naar deze maten.

29 En haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen waren naar deze maten; en zij had vensteren, ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen.

30 En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf en twintig ellen, en de breedte vijf ellen.

31 En haar voorhuizen waren aan het buitenste voorhof, ook waren er palmbomen aan haar posten, en haar opgangen waren van acht trappen.

32 Daarna bracht hij mij tot het binnenste voorhof, den weg naar het oosten; en hij mat de poort, naar deze maten;