55
De kinderen der knechten van Salomo. De kinderen van Sotai, de kinderen van Sofereth, de kinderen van Peruda;
56
De kinderen van Jaala, de kinderen van Darkon, de kinderen van Giddel;
57
De kinderen van Sefatja, de kinderen van Hattil, de kinderen van Pocheret-Hazebaim, de kinderen van Ami.
58
Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren driehonderd twee en negentig.
59
Dezen togen ook op van Tel-melah, Tel-harsa, Cherub, Addan en Immer; doch zij konden hunner vaderen huis en hun zaad niet bewijzen, of zij uit Israel waren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.