Ezra 2:68

68 En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.

Ezra 2:68 Meaning and Commentary

Ezra 2:68

And some of the chief of the fathers, when they came to the
house of the Lord that is at Jerusalem
That is, when they came to the place where it formerly stood, and where were still the ruins of it:

offered freely for the house of God, to set it up in its place;
to rebuild it upon the spot where it formerly stood; this they did besides the freewill offerings they brought with them from Babylon.

Ezra 2:68 In-Context

66 Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;
67 Hun kemelen, vierhonderd vijf en dertig; de ezelen, zes duizend zevenhonderd en twintig.
68 En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.
69 Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud, een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken.
70 En de priesters en de Levieten, en sommigen uit het volk, zo de zangers als de poortiers, en de Nethinim woonden in hun steden, en gans Israel in zijn steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.