Ezra 4:4

4 Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen;

Ezra 4:4 Meaning and Commentary

Ezra 4:4

Then the people of the land weakened the hands of the people of
Judah, and troubled them in building.
] By threatening them, or by dissuading the workmen from going on, by endeavouring to hinder their having materials from the Tyrians and Zidonians, or money out of the king's revenues to bear the expenses as ordered; see ( Ezra 6:4 ) .

Ezra 4:4 In-Context

2 Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.
3 Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, koning van Perzie, ons geboden heeft.
4 Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen;
5 En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzie, tot aan het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.
6 En onder het koninkrijk van Ahasveros, in het begin zijns koninkrijks, schreven zij een aanklacht tegen de inwoners van Juda en Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.