Ezra 8:3

3 Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros, Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend, aan manspersonen, honderd en vijftig.

Ezra 8:3 Meaning and Commentary

Ver. 3-14. Of the sons of Shechaniah, of the sons of Pharosh
Who is so described, to distinguish him from another Shechaniah, ( Ezra 8:5 ) ,

Zechariah: and with him were reckoned by genealogy, of the males an
hundred and fifty;
males only were reckoned, not women and children; though that there were such that went up is clear from ( Ezra 8:21 ) , from hence to the end of ( Ezra 8:14 ) an account is given of the number of the males that went up with Ezra, who were chiefly, if not altogether, sons of those that went up with Zerubbabel; such of them as were left there behind, and now returned, at least a great number of them, see ( Ezra 2:1 ) , it is particularly remarked of the sons of Adonikam, ( Ezra 8:13 ) , that they were the last of them; not that they were the last that came in to go with Ezra, or were backward and dilatory, but the last with respect to the first of his sons that were gone before, and seem with them to be the whole of his family; the number of all that went up under their respective heads amounts to 1496.

Ezra 8:3 In-Context

1 Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

2 Van de kinderen van Pinehas, Gersom; van de kinderen van Ithamar, Daniel; van de kinderen van David, Hattus.

3 Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros, Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend, aan manspersonen, honderd en vijftig.

4 Van de kinderen van Pahath-Moab, Eljehoenai, van de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.

5 Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en met hem driehonderd manspersonen.