Genesis 1:9

9 En God zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! en het was alzo.

Genesis 1:9 Meaning and Commentary

Genesis 1:9

And God said, let the waters under the heaven be
gathered together unto one place
Which are before called the waters under the firmament; and which were either on the surface of the earth, or in the bowels of it, or mixed with it, which by the compressure of the expanse or air were separated from it and these, by apertures and channels made, were caused to flow as by a straight line, as the word F5 used signifies, unto the decreed place that was broke up for them, the great hollow or channel which now contains the waters of the ocean: this was done by the word of the Lord, at his rebuke; and when it seems there was a clap thunder, and perhaps an earthquake, which made the vast cavity for the sea, as well as threw up the hills and mountains, and made the valleys; see ( Job 38:10 ) ( Psalms 104:6-8 ) ,

and let the dry land appear:
clear of the waters, dried by the expanded air, hardened by the fiery light, and as yet without any herb or tree upon it:

and it was so;
immediately done, the waters were drained off the earth, directed to their proper channels, and caused to run as by line to their appointed place; and the solid parts of the earth became dry, and appeared in sight.


FOOTNOTES:

F5 (wwqy) "congregentur tanquam ad amussim et regulam", Fagius; "recto et equabili cursu contendant et collineant", Junius.

Genesis 1:9 In-Context

7 En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo.
8 En God noemde het uitspansel hemel. En het was avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.
9 En God zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! en het was alzo.
10 En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeen; en God zag, dat het goed was.
11 En God zeide: Dat de aarde uitschiete gras, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.