Genesis 11:30

30 En Sarai was onvruchtbaar; zij had geen kind.

Genesis 11:30 Meaning and Commentary

Genesis 11:30

But Sarai was barren; she had no child.
] Aben Ezra observes, there are some that say that Abraham was impotent, and not Sarai barren; the very reverse of the Scriptures; but as he rightly adds, his son Ishmael and his sons by Keturah show the contrary, see ( Genesis 15:2 ) ( 16:1 ) .

Genesis 11:30 In-Context

28 En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terah, in het land zijner geboorte, in Ur der Chaldeen.
29 En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams huisvrouw was Sarai, en de naam van Nahors huisvrouw was Milka, een dochter van Haran, vader van Milka, en vader van Jiska.
30 En Sarai was onvruchtbaar; zij had geen kind.
31 En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, Harans zoon, zijns zoons zoon, en Sarai, zijn schoondochter, de huisvrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hen uit Ur der Chaldeen, om te gaan naar het land Kanaan; en zij kwamen tot Haran, en woonden aldaar.
32 En de dagen van Terah waren tweehonderd en vijf jaren, en Terah stierf te Haran.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.