Genesis 16:9

9 Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen.

Genesis 16:9 Meaning and Commentary

Genesis 16:9

And the angel of the Lord said unto her
The same angel; though Jarchi thinks that one angel after another was sent, and that at every speech there was a fresh angel; and because this phrase is repeated again and again, some of the Rabbins have fancied there were four angels F18, and others five, but without any reason:

return to thy mistress, and submit thyself under her hands;
go back to her, humble thyself before her, acknowledge thy fault, enter into her service again, and be subject to her; do her work and business, bear her corrections and chastisements; and "suffer thyself to be afflicted" {s}, by her, as the word may be rendered; take all patiently from her, which will be much more to thy profit and advantage than to pursue the course thou art in: and the more to encourage her to take his advice, he promises the following things, ( Genesis 16:10-12 ) .


FOOTNOTES:

F18 Bereshit Rabba, ut supra. (sect. 45. fol. 41. 1.)
F19 (yneth) "te patere affligi", Junius & Tremellius, Piscator; "quid si, patere te affligi?" Drusius.

Genesis 16:9 In-Context

7 En de Engel des HEEREN vond haar aan een waterfontein in de woestijn, aan de fontein op den weg van Sur.
8 En hij zeide: Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan? En zij zeide: Ik ben vluchtende van het aangezicht mijner vrouw Sarai!
9 Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen.
10 Voorts zeide de Engel des HEEREN tot haar: Ik zal uw zaad grotelijks vermenigvuldigen, zodat het vanwege de menigte niet zal geteld worden.
11 Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.