Genesis 18:33

33 Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats.

Genesis 18:33 Meaning and Commentary

Genesis 18:33

And the Lord went his way, as soon as he had left communing
with Abraham
It is great and wonderful condescension for God to commune with a creature; it is an act of sovereignty how long he will continue to do so; communion with him always is not to be expected in this life; he communes for a while, and then leaves off and goes his way, see ( Jeremiah 14:8 ) ; the Son of God in an human form, as soon as he had done talking with Abraham, perhaps disappeared to him, and went his way to Sodom, for there we find him in the next chapter:

and Abraham returned unto his place;
to his tent in the plains of Mamre, waiting to observe or hear what would be the issue and event of things respecting Sodom and Gomorrah.

Genesis 18:33 In-Context

31 En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil.

32 Nog zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der tienen wil.

33 Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats.