Genesis 26:28

28 En zij zeiden: Wij hebben merkelijk gezien, dat de HEERE met u is; daarom hebben wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen ons en tussen u, en laat ons een verbond met u maken:

Genesis 26:28 Meaning and Commentary

Genesis 26:28

And they said, we saw certainly that the Lord was with thee,
&c.] Not only while he was among them, by the fruitfulness of the land he sowed, by the increase of his family, his flocks and herds, but also since he was gone from them, in the valley of Gerar, and now in Beersheba: and we said;
one to another, assembled in privy council, in which this affair was talked over and debated: let there now be an oath betwixt us, [even] betwixt us and thee:
what was between us and thy father, or between thine ancestors and ours, let it be renewed and confirmed before us; so Onkelos and Jarchi; see ( Genesis 21:23 ) : and let us make a covenant with thee;
the articles of which follow.

Genesis 26:28 In-Context

26 En Abimelech trok tot hem van Gerar, met Ahuzzat, zijn vriend, en Pichol, zijn krijgsoverste.
27 En Izak zeide tot hen: Waarom zijt gij tot mij gekomen, daar gij mij haat, en hebt mij van u weggezonden?
28 En zij zeiden: Wij hebben merkelijk gezien, dat de HEERE met u is; daarom hebben wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen ons en tussen u, en laat ons een verbond met u maken:
29 Zo gij bij ons kwaad doet, gelijk als wij u niet aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u in vrede laten trekken! Gij zijt nu de gezegende des HEEREN!
30 Toen maakte hij hun een maaltijd, en zij aten en dronken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.