Genesis 27:16

16 En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.

Genesis 27:16 Meaning and Commentary

Genesis 27:16

And she put the skins of the kids of the goats upon his hands,
&c.] Upon both his hands, and the whole of them that was bare, that he might appear to be like Esau: and upon the smooth of his neck;
which in Esau was covered with hair as his hands; and Hiscuni, a Jewish writer F19, observes, that the skins of goats are rough, and like the skin of a hairy man; and so Bochart


FOOTNOTES:

F20 remarks, that goats' hair in the eastern countries is not much unlike human hair; see ( 1 Samuel 19:13 1 Samuel 19:16 ) .
F19 Apud Drusium in loc.
F20 Hierozoic. par. 1. l. 2. c. 51. col. 626.

Genesis 27:16 In-Context

14 Toen ging hij, en hij haalde ze, en bracht ze zijn moeder; en zijn moeder maakte smakelijke spijzen, gelijk als zijn vader gaarne had.
15 Daarna nam Rebekka de kostelijke klederen van Ezau, haar grootsten zoon, die zij bij zich in huis had, en zij trok ze Jakob, haar kleinsten zoon, aan.
16 En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.
17 En zij gaf de smakelijke spijzen, en het brood, welke zij toegemaakt had, in de hand van Jakob, haar zoon.
18 En hij kwam tot zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik; wie zijt gij, mijn zoon?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.