Genesis 31:12

12 En Hij zeide: Hef toch uw ogen op, en zie! alle bokken, die de kudde beklimmen, zijn gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig; want Ik heb gezien alles, wat Laban u doet.

Genesis 31:12 Meaning and Commentary

Genesis 31:12

And he said, lift up now thine eyes, and see
This was all visionary, Jacob was still in a dream; but it was so impressed upon his mind, that he was spoke to, and bid to observe, and take notice, as follows: that all the rams that leap upon the cattle [are] ringstraked, speckled,
and grisled;
thereby assuring him, that such would be those the ewes would bring forth, which would be right in him to agree with Laban for as his hire; and it is probable that there was some distance of time, at least a night, between the first motion of Laban's to Jacob to settle his wages, ( Genesis 30:28 ) ; and his repeating that, and being urgent to have it done, ( Genesis 31:31 ) ; and in this interval of time might be the night Jacob had this dream and vision in, for his direction; or if it was after the bargain made, since it is said to be at the time the cattle conceived, he had it to assure him of God's approbation of it, and of his success in it: for I have seen all that Laban doeth to thee;
had took notice how he had made him serve fourteen years for his wives, and had given him nothing for his service; and how he now was taking advantage of Jacob's modesty to get him to fix his own wages, which he supposed would be lower than he could have the face to, offer him.

Genesis 31:12 In-Context

10 En het geschiedde ten tijde, als de kudde hittig werd, dat ik mijn ogen ophief, en ik zag in den droom; en ziet, de bokken, die de kudden beklommen, waren gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig.
11 En de Engel Gods zeide tot mij in de droom: Jakob! En ik zeide: Zie, hier ben ik!
12 En Hij zeide: Hef toch uw ogen op, en zie! alle bokken, die de kudde beklimmen, zijn gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig; want Ik heb gezien alles, wat Laban u doet.
13 Ik ben die God van Beth-El, alwaar gij het opgerichte teken gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u op, vertrek uit dit land, en keer weder in het land uwer maagschap.
14 Toen antwoordden Rachel en Lea, en zeiden tot hem: Is er nog voor ons een deel of erfenis, in het huis onzes vaders?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.