Genesis 31:34

34 Maar Rachel had de terafim genomen, en zij had die in een kemels zadeltuig gelegd, en zij zat op dezelve. En Laban betastte die ganse tent, en hij vond niets.

Genesis 31:34 Meaning and Commentary

Genesis 31:34

Now Rachel had taken the images
Hearing her father inquire about them, and her husband having given leave to search for them, and to put to death whoever should be found to have them, took them from the place where she had before laid them: and put them into the camel's furniture;
perhaps the camel's furniture she rode on, and therefore it was in her tent, which some understand of the saddle on which she rode; rather, it seems to be the saddle cloth or housing, in which she might wrap the images and put them under her clothes; though some interpret it of the straw or litter of the camel, which is not so probable: and sat upon them;
the images, which, if she had the veneration for, as some suggest, she would never have used in such a manner: and Laban searched all the tent, but found [them] not;
excepting the place where Rachel sat; but Aben Ezra thinks she was not in the tent, but in some place without it, and if so, there needs no exception.

Genesis 31:34 In-Context

32 Bij wien gij uw goden vinden zult, laat hem niet leven! Onderken gij voor onze broederen, wat bij mij is, en neem het tot u. Want Jakob wist niet, dat Rachel dezelve gestolen had.
33 Toen ging Laban in de tent van Jakob, en in de tent van Lea, en in de tent van de beide dienstmaagden, en hij vond niets; en als hij uit de tent van Lea gegaan was, kwam hij in de tent van Rachel.
34 Maar Rachel had de terafim genomen, en zij had die in een kemels zadeltuig gelegd, en zij zat op dezelve. En Laban betastte die ganse tent, en hij vond niets.
35 En zij zeide tot haar vader: Dat de toorn niet ontsteke in mijns heren ogen, omdat ik voor uw aangezicht niet kan opstaan; want het gaat mij naar der vrouwen wijze; en hij doorzocht; maar hij vond de terafim niet.
36 Toen ontstak Jakob, en twistte met Laban; en Jakob antwoordde en zeide tot Laban: Wat is mijn overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij zo hittiglijk hebt nagejaagd?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.