Genesis 32:17

17 En hij gebood de eerste, zeggende: Wanneer Ezau, mijn broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? en waarheen gaat gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht?

Genesis 32:17 Meaning and Commentary

Genesis 32:17

And he commanded the foremost
He that had the care of the first drove, which consisted of goats, male and female: saying, when Esau my brother meeteth thee;
as there was reason to believe he would, being on the road, and him first of all, being the foremost: and asketh thee, saying, what [art] thou?
that is, whose servant art thou? to whom dost thou belong? and whither goest thou?
what place art thou travelling to? and whose are these before thee?
whose are these goats? to whom do they belong thou art driving? for in driving and travelling on the road, sheep and goats went before those that had the care of them; whereas, in leading out to pastures, the shepherds went before, and the flocks followed, ( John 10:4 ) .

Genesis 32:17 In-Context

15 Dertig zogende kemelinnen met haar veulens, veertig koeien en tien varren, twintig ezelinnen en tien jonge ezels.
16 En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde.
17 En hij gebood de eerste, zeggende: Wanneer Ezau, mijn broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? en waarheen gaat gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht?
18 Zo zult gij zeggen: Dat is een geschenk van uw knecht Jakob, gezonden tot mijn heer, tot Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons!
19 En hij gebood ook den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden nagingen, zeggende: Naar ditzelfde woord zult gij spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.