Genesis 32:18

18 Zo zult gij zeggen: Dat is een geschenk van uw knecht Jakob, gezonden tot mijn heer, tot Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons!

Genesis 32:18 Meaning and Commentary

Genesis 32:18

Then thou shall say, [they be] thy servant Jacob's
Both the goats before them, and they themselves that had the care of them, belonged to Jacob, who directed them to speak of him to Esau as his "servant": it [is] a present sent unto my lord Esau;
which is the answer to the second question: and behold also he [is] behind us:
that is, Jacob: this they were bid to tell, lest he should think that Jacob was afraid of him, and was gone another way; but that he was coming to pay a visit to him, and might expect shortly to see him, which would prepare his mind how to behave towards him.

Genesis 32:18 In-Context

16 En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde.

17 En hij gebood de eerste, zeggende: Wanneer Ezau, mijn broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? en waarheen gaat gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht?

18 Zo zult gij zeggen: Dat is een geschenk van uw knecht Jakob, gezonden tot mijn heer, tot Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons!

19 En hij gebood ook den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden nagingen, zeggende: Naar ditzelfde woord zult gij spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult.

20 En gij zult ook zeggen: Zie, uw knecht Jakob is achter ons! Want hij zeide: Ik zal zijn aangezicht verzoenen met dit geschenk, dat voor mijn aangezicht gaat, en daarna zal ik zijn aangezicht zien; misschien zal hij mijn aangezicht aannemen.