Genesis 47:20

20 Alzo kocht Jozef het gehele land van Egypte voor Farao; want de Egyptenaars verkochten een ieder zijn akker, dewijl de honger sterk over hen geworden was; zo werd het land Farao's eigen.

Genesis 47:20 Meaning and Commentary

Genesis 47:20

And Joseph bought all the land of Egypt for Pharaoh
Not for himself, nor did he entail it on his posterity, but for Pharaoh, who became sole proprietor of it:

for the Egyptians sold every man his field, because the famine
prevailed over them;
everyone that had a field sold it to buy bread for his family, so great was the famine; no mention is made of their houses, either because these went with their lands, or they were so mean that they were of little account, and would scarce bear any price; for as Diodorus Siculus F8 reports of the Egyptians, they were less careful of the structure of their houses, and exceeded all bounds in the magnificence of their sepulchres:

so the land became Pharaoh's;
not only with respect to dominion and government, so it was before, but with respect to property; before, every man's field, and garden, and vineyard were his own, and he was in possession thereof for his own use, but now being sold, were Pharaoh's; and they held them of him, and paid a rent for them in a manner hereafter directed by a law.


FOOTNOTES:

F8 Bibliothec. l. 1. p. 47.

Genesis 47:20 In-Context

18 Toen datzelve jaar voleind was, zo kwamen zij tot hem in het tweede jaar, en zeiden tot hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verbergen, alzo het geld verdaan is, en de bezitting der beesten gekomen aan mijn heer, zo is er niets anders overgebleven voor het aangezichts mijns heren, dan ons lichaam en ons land.
19 Waarom zullen wij voor uw ogen sterven, zo wij als ons land? Koop ons en ons land voor brood; zo zullen wij en ons land Farao dienstbaar zijn; en geef zaad, opdat wij leven en niet sterven, en het land niet woest worde!
20 Alzo kocht Jozef het gehele land van Egypte voor Farao; want de Egyptenaars verkochten een ieder zijn akker, dewijl de honger sterk over hen geworden was; zo werd het land Farao's eigen.
21 En aangaande het volk, dat zette hij over in de steden, van het ene uiterste der palen van Egypte, tot aan het andere uiterste deszelven.
22 Alleen het land der priesteren kocht hij niet, want de priesters hadden een bescheiden deel van Farao, en zij aten hun bescheiden deel, hetwelk hun Farao gegeven had; daarom verkochten zij hun land niet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.