Genesis 6:1

1 En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden,

Genesis 6:1 Meaning and Commentary

Genesis 6:1

And it came to pass, when men began to multiply upon the
face of the earth
Either mankind in general, or rather the posterity of Cain, who were mere natural men, such as they were when born into the world, and as brought up in it, destitute of the grace of God, and of the knowledge and fear of him; and who in proportion much more multiplied than the posterity of Seth, because of the practice of polygamy, which by the example of Lamech, one of that race, might prevail among them: and daughters were born unto them;
not daughters only, but sons also, though it may be more daughters than sons, or it may denote remarkable ones, for their beauty or immodesty, or both; and chiefly this is observed for the sake of what follows.

Genesis 6:1 In-Context

1 En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden,
2 Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden.
3 Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
4 In die dagen waren er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.
5 En de HEERE zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.