Genesis 25:12-18

12 Dit nu zijn de geboorten van Ismael, den zoon van Abraham, dien Hagar, de Egyptische, dienstmaagd van Sara, Abraham gebaard heeft.
13 En dit zijn de namen der zonen van Ismael, met hun namen naar hun geboorten. De eerstgeborene van Ismael, Nabajoth; daarna Kedar, en Adbeel, en Mibsam,
14 En Misma, en Duma, en Massa,
15 Hadar en Thema, Jetur, Nafis en Kedma.
16 Deze zijn de zonen van Ismael, en dit zijn hun namen, in hun dorpen en paleizen, twaalf vorsten naar hun volken.
17 En dit zijn de jaren des levens van Ismael, honderd zeven en dertig jaren; en hij gaf den geest, en stierf, en hij werd verzameld tot zijn volken.
18 En zij woonden van Havila tot Sur toe, hetwelk tegenover Egypte is, daar gij gaat naar Assur; hij heeft zich nedergeslagen voor het aangezicht van al zijn broederen.

Genesis 25:12-18 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 25

This chapter contains an account of Abraham's marriage with another woman, and of the children he had by her and of their posterity Ge 25:1-4; of Abraham's disposal of his substance; and his sons, Ge 25:5,6; of the years of his life, his death and burial, Ge 25:7-11; of the children of Ishmael, and of the years of his life, and of his death, Ge 25:12-18; and of the sons of Isaac the fruit of prayer, and of the oracle concerning them before they were born, and of their temper and disposition, conduct and behaviour, Ge 25:19-34.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.