Handelingen 12:3

3 En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden);

Handelingen 12:3 Meaning and Commentary

Acts 12:3

And because he saw it pleased the Jews
That is, as Beza's ancient copy adds, "his stretching out his hands upon the faithful"; this pleased the Jews, a bloodthirsty generation of men, who had killed the prophets, and the Lord Jesus, and who were now greedy after the death of the apostles: it may easily be seen from what principle and spirit Herod acted; it was not out of regard to the Jewish religion, rites, and ceremonies, but to ingratiate himself into the affections of the people:

he proceeded further to take Peter also;
a principal apostle, and who was well known, and against whom the Jews had doubtless a particular antipathy, and would have been glad to have been rid of him; this Herod was, sensible of, and therefore to please them, ordered him to be taken up:

then were the days of unleavened bread;
or the feast of the passover.

Handelingen 12:3 In-Context

1 En omtrent denzelfden tijd sloeg de koning Herodes de handen aan sommigen van de Gemeente, om die kwalijk te handelen.
2 En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard.
3 En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden);
4 Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen voor het volk.
5 Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.