Handelingen 17:16

16 En terwijl Paulus hen te Athene verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was.

Handelingen 17:16 Meaning and Commentary

Acts 17:16

Now while Paul waited for them at Athens.
&c.] That is, for Silas and Timotheus:

his spirit was stirred in him;
not only his soul was troubled and his heart was grieved, but he was exasperated and provoked to the last degree: he was in a paroxysm; his heart was hot within him; he had a burning fire in his bones, and was weary with forbearing, and could not stay; his zeal wanted vent, and he gave it:

when he saw the city wholly given to idolatry;
or "full of idols", as the Syriac and Arabic versions render it. So Cicero says ^F24 that Athens was full of temples; and Xenophon ^F25 observes that they had double the feasts of other people; and Pausanias ^F26 affirms, that the Athenians far exceeded others in the worship of the gods, and care about religion; and he relates, that they had an altar for Mercy, another for Shame, another for Fame, and another for Desire, and expressed more religion to the gods than others did: they had an altar dedicated to twelve gods ^F1; and because they would be sure of all, they erected one to an unknown god; in short, they had so many of them, that one ^F2 jestingly said to them, our country is so full of deities, that one may more easily find a god than a man: so that with all their learning and wisdom they knew not God, ( 1 Corinthians 1:21 ) .

---

FOOTNOTES:

F24 De responsis Aruspicum.
F25 De Athen. Polit.
F26 Attica, p. 29, 42.
F1 Thucydides Bell. Peloponness. l. 6.
F2 Petronius.

Handelingen 17:16 In-Context

14 Doch de broeders zonden toen van stonde aan Paulus weg, dat hij ging als naar de zee; maar Silas en Timotheus bleven aldaar.

15 En die Paulus geleidden, brachten hem tot Athene toe; en als zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timotheus, dat zij op het spoedigste tot hem zouden komen, vertrokken zij.

16 En terwijl Paulus hen te Athene verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was.

17 Hij handelde dan in de synagoge met de Joden, en met degenen, die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met degenen, die hem voorkwamen.

18 En sommigen van de Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde.