Handelingen 22:24

24 Zo beval de overste, dat men hem in de legerplaats zou brengen, en zeide, dat men hem met geselen onderzoeken zou, opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij alzo over hem riepen.

Handelingen 22:24 Meaning and Commentary

Acts 22:24

The chief captain commanded him to be brought into the
castle
Into the inside of it; for till now he was upon the top of the stairs, or steps, which led up to it; which might be done in order to save him from the rage of the people, and that he might privately examine him, and get the true state of his case, though he took a very wrong and unjustifiable method to do it in, as follows:

and bade that he should be examined by scourging;
he gave a centurion, with some soldiers, orders to scourge and whip him, and to lay on stripes more and harder, until he should tell the whole truth of the matter, and confess the crime or crimes he was guilty of, which had so enraged the populace:

that he might know wherefore they cried so against him;
for though he had rescued him out of their hands, when they would in all likelihood have beat him to death; and though he took him within the castle to secure him from their violence; yet he concluded he must be a bad man, and must have done something criminal; and therefore he takes this method to extort from him a confession of his crime, for which the people exclaimed against him with so much virulence.

Handelingen 22:24 In-Context

22 Zij hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij verhieven hun stem, zeggende: Weg van de aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk, dat hij leve.

23 En als zij riepen, en de klederen van zich smeten, en stof in de lucht wierpen,

24 Zo beval de overste, dat men hem in de legerplaats zou brengen, en zeide, dat men hem met geselen onderzoeken zou, opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij alzo over hem riepen.

25 En alzo zij hem met de riemen uitrekten, zeide Paulus tot den hoofdman over honderd, die daar stond: Is het ulieden geoorloofd een Romeinsen mens, en dien onveroordeeld, te geselen?

26 Als nu de hoofdman over honderd dat hoorde, ging hij toe, en boodschapte het den overste, zeggende: Zie, wat gij te doen hebt; want deze mens is een Romein.