Handelingen 7:42

42 En God keerde Zich, en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels?

Handelingen 7:42 Meaning and Commentary

Acts 7:42

Then God turned
Away from them, withdrew his presence, and his favours from them:

and gave them up to worship the host of heaven;
not angels, but the sun, moon, and stars; for since they liked not to retain the knowledge and worship of the true God, who made the heavens, and the earth, God in righteous judgment, in a judicial way, gave them up to a reprobate mind, to commit all the idolatry of the Gentiles, as a punishment of their former sin in making and worshipping the calf:

as it is written in the book of the prophets;
of the twelve lesser prophets, which were all in one book; and which, as the Jews say {e}, were put together, that a book of them might not be lost through the smallness of it; among which Amos stands, a passage in whose prophecy is here referred to; namely, in ( Amos 5:25 ) "O ye house of Israel, have ye offered to me slain beasts and sacrifices by the space of forty years in the wilderness"; no; they offered to devils, and not to God, ( Deuteronomy 32:17 ) and though there were some few sacrifices offered up; yet since they were not frequently offered, nor freely, and with all the heart, and with faith, and without hypocrisy, they were looked upon by God as if they were not offered at all.

---

FOOTNOTES:

F5 Kimchi praefat. ad Hoseam.

Handelingen 7:42 In-Context

40 Zeggende tot Aaron: Maak ons goden, die voor ons heengaan; want wat dezen Mozes aangaat, die ons uit het land van Egypte geleid heeft, wij weten niet, wat hem geschied is.

41 En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande tot den afgod, en verheugden zich in de werken hunner handen.

42 En God keerde Zich, en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels?

43 Ja, gij hebt opgenomen den tabernakel van Moloch, en het gesternte van uw god Remfan, de afbeeldingen, die gij gemaakt hebt, om die te aanbidden; en Ik zal u overvoeren op gene zijde van Babylon.

44 De tabernakel der getuigenis was onder onze vaderen in de woestijn, gelijk geordineerd had Hij, Die tot Mozes zeide, dat hij denzelven maken zou naar de afbeelding, die hij gezien had;