Jeremia 12:12

12 Op alle hoge plaatsen in de woestijn zijn verstoorders gekomen, want het zwaard des HEEREN verteert van het ene einde des lands tot aan het andere einde des lands; er is geen vrede voor enig vlees.

Jeremia 12:12 Meaning and Commentary

Jeremiah 12:12

The spoilers are come upon all high places through the
wilderness
Of Judea; or which lay between Chaldea and Judea, through which the Chaldean army came; called here the "spoilers", because they spoiled and plundered all places where they came; nor could the high, strong, and fortified places withstand them, or escape their ravage and fury. De Dieu renders it, "upon all the plains in the wilderness"; where was pasture, land for cattle, as Kimchi serves; which were trodden down and spoiled by the soldiers, and made forage of. For the sword of the Lord shall devour from the one end; of the land
even the other end of the land;
the sword of the Chaldeans is called the sword of the Lord, because it was drawn by his order and appointment, and was succeeded by him to do execution; and the calamity which it brought upon the land reached from one end of it to the other, so general and; extensive it was. No flesh shall have peace;
no inhabitant of Judea shall be in safety, but be exposed to the sword, or to captivity.

Jeremia 12:12 In-Context

10 Veel herders hebben Mijn wijngaard verdorven, zij hebben Mijn akker vertreden; zij hebben Mijn gewensten akker gesteld tot een woeste wildernis.
11 Men heeft hem gesteld tot een woestheid, verwoest zijnde treurt hij tot Mij; het ganse land is verwoest, omdat er niemand is, die het ter harte neemt.
12 Op alle hoge plaatsen in de woestijn zijn verstoorders gekomen, want het zwaard des HEEREN verteert van het ene einde des lands tot aan het andere einde des lands; er is geen vrede voor enig vlees.
13 Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, maar niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
14 Alzo zegt de HEERE: Aangaande al Mijn boze naburen, die Mijn erfenis aanroeren, dewelke Ik Mijn volke Israel erfelijk gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar het huis van Juda zal Ik uit hunlieder midden uitrukken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.