Jeremia 25:14

14 Want van hen zullen zich doen dienen, die ook machtige volken en grote koningen zijn; alzo zal Ik hun vergelden naar hun doen, en naar het werk hunner handen.

Jeremia 25:14 Meaning and Commentary

Jeremiah 25:14

For many nations and great kings shall serve themselves of
them also
Take their cities, seize upon the kingdoms, spoil them of their wealth and riches, and bring them into servitude to them: these "many nations", which should and did do all this, were the Medes and Persians, and those that were subject to them, or were their allies and auxiliaries in this expedition; and the "great kings" were Cyrus and Darius, and those that were confederate with them: and I will recompense them according to their deeds, and according to
the works of their own hands;
as they have done to others, it shall be done to them; as they have served themselves of other nations, other nations shall serve themselves of them; as they have cruelly used others, they shall be used with cruelty themselves; and as they have made other countries desolate, their land shall become desolate also; not only their tyranny and cruelty, but all their other sins, shall receive a just recompence of reward.

Jeremia 25:14 In-Context

12 Maar het zal geschieden, als de zeventig jaren vervuld zijn, dan zal Ik over den koning van Babel, en over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders over het land der Chaldeen, en zal dat stellen tot eeuwige verwoestingen.

13 En Ik zal over dat land brengen al Mijn woorden, die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek geschreven is, wat Jeremia geprofeteerd heeft over al deze volken.

14 Want van hen zullen zich doen dienen, die ook machtige volken en grote koningen zijn; alzo zal Ik hun vergelden naar hun doen, en naar het werk hunner handen.

15 Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot mij gezegd: Neem dezen beker des wijns der grimmigheid van Mijn hand, en geef dien te drinken al den volken, tot welke Ik u zende;

16 Dat zij drinken, en beven, en dol worden, vanwege het zwaard, dat Ik onder hen zal zenden.