Jeremia 31:36

36 Indien deze ordeningen van voor Mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor Mijn aangezicht, al de dagen.

Jeremia 31:36 Meaning and Commentary

Jeremiah 31:36

If those ordinances depart from before me, saith the Lord,
&c.] Of the sun, moon, and stars; should these leave their proper course, and not perform their several functions, or do the service appointed for them; should they desert their master, or disobey his orders, turn away from him, and pay no regard to the laws and rules he has set them: [then] the seed of Israel shall also cease from being a nation before
me for ever;
but, as the former is impossible, so is the latter, The Jews ceased not from being a nation through their captivity in Babylon, nor through their destruction by the Romans; they continue a distinct nation and people to this day, though scattered throughout the nations of the world: though this rather refers to the spiritual Israel, the holy nation and peculiar people; Christ will have a seed to serve him as long as the sun and moon endure; his church shall continue to the end of the world; it is built on a rock; and the gates of hell cannot prevail against it.

Jeremia 31:36 In-Context

34 En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken.

35 Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte geeft des daags, de ordeningen der maan en der sterren ten lichte des nachts, Die de zee klieft, dat haar golven bruisen, HEERE der heirscharen is Zijn Naam:

36 Indien deze ordeningen van voor Mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor Mijn aangezicht, al de dagen.

37 Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven gemeten, en de fondamenten der aarde beneden doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels verwerpen, om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE.

38 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den toren Hananeel af tot aan de Hoekpoort.