Jeremia 34:4

4 Maar hoor des HEEREN woord, o Zedekia, koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het zwaard niet sterven.

Jeremia 34:4 Meaning and Commentary

Jeremiah 34:4

Yet hear the word of the Lord, O Zedekiah king of Judah
Which, though a king, he ought to hearken to; and, besides, what follows was for comfort, being a mitigation of his sentence, and containing in it mercy, as well as judgment: thus saith the Lord of thee, thou shalt not die by the sword:
of the king of Babylon; or a violent death; and therefore fear not to deliver up thyself and city into his hands; which he might be twelfth to do, fearing he would put him to death immediately.

Jeremia 34:4 In-Context

2 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga henen en spreek tot Zedekia, den koning van Juda, en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik geef deze stad in de hand des konings van Babel, en hij zal ze met vuur verbranden.
3 En gij zult van zijn hand niet ontkomen, maar zekerlijk gegrepen, en in zijn hand gegeven worden; en uw ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, en zijn mond zal tot uw mond spreken, en gij zult te Babel komen.
4 Maar hoor des HEEREN woord, o Zedekia, koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het zwaard niet sterven.
5 Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen van uw vaderen, de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden, en u beklagen, zeggende: Och heer! want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE.
6 En de profeet Jeremia sprak al deze woorden tot Zedekia, den koning van Juda, te Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.