Jeremia 34:3

3 En gij zult van zijn hand niet ontkomen, maar zekerlijk gegrepen, en in zijn hand gegeven worden; en uw ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, en zijn mond zal tot uw mond spreken, en gij zult te Babel komen.

Jeremia 34:3 Meaning and Commentary

Jeremiah 34:3

And thou shalt not escape out of his hand
Though he would, and did attempt to do it, ( Jeremiah 52:8 Jeremiah 52:9 ) ; but shall surely be taken, and delivered into his hand;
he was taken on the plains of Jericho, and delivered into the hands of the king of Babylon at Riblah; as may be seen in the place just referred to: and thine eyes shall behold the eyes of the king of Babylon;
and that was all; for they were quickly put out by him: and he shall speak with thee mouth to mouth, and thou shalt go to
Babylon;
see ( Jeremiah 32:3 ) ( Jeremiah 52:9 Jeremiah 52:11 ) .

Jeremia 34:3 In-Context

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning van Babel, en zijn ganse heir, en alle koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, en tegen al haar steden), zeggende:
2 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga henen en spreek tot Zedekia, den koning van Juda, en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik geef deze stad in de hand des konings van Babel, en hij zal ze met vuur verbranden.
3 En gij zult van zijn hand niet ontkomen, maar zekerlijk gegrepen, en in zijn hand gegeven worden; en uw ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, en zijn mond zal tot uw mond spreken, en gij zult te Babel komen.
4 Maar hoor des HEEREN woord, o Zedekia, koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het zwaard niet sterven.
5 Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen van uw vaderen, de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden, en u beklagen, zeggende: Och heer! want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.