Jeremia 44:21

21 Het roken, dat gijlieden in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem gerookt hebt, gij en uw vaderen, uw koningen en uw vorsten, en het volk des lands, heeft de HEERE daaraan niet gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen?

Jeremia 44:21 Meaning and Commentary

Jeremiah 44:21

That incense that ye burnt in the cities of Judah, and in the
streets of Jerusalem
To false gods, to the queen of heaven, to the host thereof: ye, and your fathers, your kings, and your princes, and the people of
the land;
on which account they pleaded antiquity, authority, and the general consent of the people, as on their side, which the prophet allows; but it all signified nothing: did not the Lord remember them, and came it [not] into his mind?
either the incense they offered up to strange gods, or the persons that did it? did he take no notice of these idolatrous practices, and of these idolaters? he did; he laid up these things in his mind; he showed a proper resentment of them, and in due time punished for them.

Jeremia 44:21 In-Context

19 Ook wanneer wij aan Melecheth des hemels roken en haar drankofferen offeren, maken wij haar gebeelde koeken, om haar af te beelden, en offeren wij haar drankofferen, zonder onze mannen?

20 Toen sprak Jeremia tot al het volk, tot de mannen en tot de vrouwen, en tot al het volk, die hem zulks geantwoord hadden, zeggende:

21 Het roken, dat gijlieden in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem gerookt hebt, gij en uw vaderen, uw koningen en uw vorsten, en het volk des lands, heeft de HEERE daaraan niet gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen?

22 Zodat het de HEERE niet meer kon verdragen, vanwege de boosheid uwer handelingen, vanwege de gruwelen, die gij deedt; daarom is uw land geworden tot een woestheid, en tot ontzetting, en tot een vloek, dat er niemand in woont, gelijk het is te dezen dage;

23 Vanwege dat gij gerookt hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem niet gehoorzaam zijt geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen, en in Zijn getuigenissen niet hebt gewandeld; daarom is u dit kwaad wedervaren, gelijk het is te dezen dage.