Jeremia 44:23

23 Vanwege dat gij gerookt hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem niet gehoorzaam zijt geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen, en in Zijn getuigenissen niet hebt gewandeld; daarom is u dit kwaad wedervaren, gelijk het is te dezen dage.

Jeremia 44:23 Meaning and Commentary

Jeremiah 44:23

And because ye have burnt incense
Not to Jehovah, but to the queen of heaven; which they owned they did, and determined they would; asserting it was better with them when they did it than when they omitted it; for which reason the prophet particularly mentions it, and assigns it as the cause of the present ruin and destruction of their land, city, and temple: and because ye have sinned against the Lord;
by worshipping idols; all sin is against the Lord, but especially idolatry: and have not obeyed the voice of the Lord;
by his prophets, who cautioned them against idolatry, reproved them for it, and told them what would be the consequence of it; but this they hearkened not unto, which was an aggravation of their sin: nor walked in his law;
the moral law, according to it; which is a rule of walk and conversation: nor in his statutes, nor in his testimonies;
as not in the moral law, so neither in the ceremonial law, and the rites of that; nor in the judicial law, and the testifications of the will of God in either of them: therefore this evil is happened unto you, as at this day:
that is, the desolation on their land, as in ( Jeremiah 44:23 ) ; (See Gill on Jeremiah 44:23).

Jeremia 44:23 In-Context

21 Het roken, dat gijlieden in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem gerookt hebt, gij en uw vaderen, uw koningen en uw vorsten, en het volk des lands, heeft de HEERE daaraan niet gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen?

22 Zodat het de HEERE niet meer kon verdragen, vanwege de boosheid uwer handelingen, vanwege de gruwelen, die gij deedt; daarom is uw land geworden tot een woestheid, en tot ontzetting, en tot een vloek, dat er niemand in woont, gelijk het is te dezen dage;

23 Vanwege dat gij gerookt hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem niet gehoorzaam zijt geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen, en in Zijn getuigenissen niet hebt gewandeld; daarom is u dit kwaad wedervaren, gelijk het is te dezen dage.

24 Voorts zeide Jeremia tot al het volk, en tot al de vrouwen: Hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland zijt!

25 Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: Aangaande u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld, zeggende: Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk houden, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende; nu, zij hebben uw geloften volkomenlijk bevestigd en uw geloften volkomenlijk gehouden.