Jeremia 52:17

17 Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was; en zij voerden al het koper daarvan naar Babel.

Jeremia 52:17 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:17

Also the pillars of brass that [were] in the house of the
Lord
The two pillars in the temple, called Jachin and Boaz, which were made of cast brass, ( 1 Kings 7:15 ) ; and the bases;
which were in number ten, and which were also made of cast brass, and were all of one measure and size; and on which the ten lavers of brass were set, five on the right side and five on the left side of the house, ( 1 Kings 7:37-39 ) ; and the brasen sea that [was] in the house of the Lord;
called the molten sea; a sea, because of the large quantity of water it held; and brasen and molten, because made of molten brass, ( 1 Kings 7:23 ) ; the Chaldeans broke, and carried all the brass of them to Babylon:
they broke them to pieces, that they might carry them the more easily. This account is given, and which is continued in some following verses, partly to show the accomplishment of the prophecy of Jeremiah, ( Jeremiah 27:19 ) ; and partly to show that what was left in the temple, at the former captivities of Jehoiakim and Jeconiah, were now carried clear off.

Jeremia 52:17 In-Context

15 Van de armsten nu des volks en het overige des volks, die in de stad overgelaten waren, en de afvalligen, die tot den koning van Babel gevallen waren, en het overige der menigte, voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg.
16 Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen over tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.
17 Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was; en zij voerden al het koper daarvan naar Babel.
18 Ook namen zij de potten en de schoffelen, en de gaffelen, en de sprengbekkens, en de rookschalen, en al de koperen vaten, waar men den dienst mede deed.
19 En de overste der trawanten nam weg de schalen, en de wierookvaten, en de sprengbekkens, en de potten, en de kandelaars, en de rookschalen, en de kroezen; wat geheel goud, en wat geheel zilver was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.