Jeremia 52:16

16 Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen over tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.

Jeremia 52:16 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:16

But Nebuzaradan the captain of the guard left [certain] of the
poor of the land
Of the land of Judea, who lived in the country, and had not been concerned in defending the city against the Chaldeans: for vinedressers, and for husbandmen;
to look after the vineyards and fields, and dress and manure them, that the king of Babylon might receive some advantage by the conquest he had made; (See Gill on Jeremiah 39:10).

Jeremia 52:16 In-Context

14 En het ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak alle muren van Jeruzalem rondom af.
15 Van de armsten nu des volks en het overige des volks, die in de stad overgelaten waren, en de afvalligen, die tot den koning van Babel gevallen waren, en het overige der menigte, voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg.
16 Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen over tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.
17 Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was; en zij voerden al het koper daarvan naar Babel.
18 Ook namen zij de potten en de schoffelen, en de gaffelen, en de sprengbekkens, en de rookschalen, en al de koperen vaten, waar men den dienst mede deed.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.