Jeremia 52:33

33 En hij veranderde de klederen zijner gevangenis; en hij at geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen zijns levens.

Jeremia 52:33 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:33

And changed his prison garments
Which were filthy, and of an ill smell; and put on him raiment more comfortable, as well as more honourable, and suitable to his dignity, and more fit to appear in, in the presence of the king and his court: and he did continually eat bread before him all the days of his life:
either at the same table with the king; or at other near him, in his sight, in the same apartment; though the former seems more likely; and this he did as long as he lived; either Evilmerodach, or rather Jeconiah; though perhaps they both died much about the same time. All this was done about the year of the world 3444, and about five hundred sixty years before Christ, according to Bishop Usher F20 and Mr. Bedford F21; the authors of the Universal History F23 place it a year earlier.


FOOTNOTES:

F20 Annales Vet. Test. p. 138.
F21 Scripture Chronology, p. 710.
F23 Vol. 21. p. 64.

Jeremia 52:33 In-Context

31 Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste jaar der gevankelijke wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den vijf en twintigsten der maand, dat Evilmerodach, de koning van Babel, in het eerste jaar zijns koninkrijks, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, verhief, en hem uit het gevangenhuis uitbracht.
32 En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel boven den stoel der koningen, die bij hem te Babel waren.
33 En hij veranderde de klederen zijner gevangenis; en hij at geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen zijns levens.
34 En aangaande zijn tering, een gedurige tering werd hem van den koning van Babel gegeven, elk dagelijks bestemde deel op zijn dag, tot op den dag zijns doods, al de dagen zijns levens.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.