Jeremia 9:24

24 Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen heb Ik lust, spreekt de HEERE.

Jeremia 9:24 Meaning and Commentary

Jeremiah 9:24

But let him that glorieth glory in this
In the Lord alone, as it is interpreted by the apostle, ( 1 Corinthians 1:31 ) ( 2 Corinthians 10:17 ) : that he understandeth and knoweth me;
or, "in understanding and knowing me" ^F7; or, "he understanding and knowing me"; for this clause is descriptive of the person that is to glory in the Lord, and not of the thing in which he is to glory; for it is not even in the knowledge of God that men are to glory, but in the Lord himself; and he that understands himself as a creature dependent on God, and especially as a fallen sinful creature; and still more as one regenerated by the grace of God; he will never glory in himself, but in the Lord; and so, if he understands divine things, and the scheme of salvation by the grace of God, and not by the works of men; and if he knows the Lord, he will never glory in his own wisdom, nor in his own strength, nor in his riches, nor in his righteousness, nor in any man or creature, but in the Lord only; and particularly in what follows: that I am the Lord, which exercise lovingkindness;
in such various instances; in election, redemption, effectual calling, the pardon of sin, justification, adoption, and eternal life; and towards persons so very undeserving of any favour; and to have an interest in this exceeds all things else; it is better than life, and all the enjoyments of it: judgment;
exercising it on Christ, sin being laid, found, and condemned on him; and through Christ protecting and defending his people; and by Christ at the last day: and righteousness in the earth;
wrought by Christ here on earth in our nature, and imputed to his people in their present state, whereby they have a right to eternal glory: for in these things I delight, saith the Lord;
in showing mercy, grace, and favour, to miserable and undeserving men; in making his Son an offering for sin, and bruising him; and in his righteousness, whereby the law is magnified and made honourable.

---

FOOTNOTES:

F7 (ytwa edyw lkvh) "intelligendo et sciendo me", Montanus.

Jeremia 9:24 In-Context

22 Spreek: Zo spreekt de HEERE: Ja, een dood lichaam des mensen zal liggen, als mest op het open veld, en als een garve achter den maaier, die niemand opzamelt.

23 Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid; een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom;

24 Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen heb Ik lust, spreekt de HEERE.

25 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking zal doen over alle besnedenen, met degenen, die de voorhuid hebben;

26 Over Egypte, en over Juda, en over Edom, en over de kinderen Ammons, en over Moab, en over allen, die aan de hoeken afgekort zijn, die in de woestijn wonen; want al de heidenen hebben de voorhuid, maar het ganse huis Israels heeft de voorhuid des harten.